Nieuws

Wetenschapper in de spotlights

Een bij LYMMCARE betrokken wetenschapper vertelt meer over zijn of haar werk. Dit maal Doreen te Raa over haar onderzoek naar chemotherapie resistentie

Doreen te Raa

Doreen te Raa studeerde geneeskunde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam om vervolgens in 2008 in het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein te starten met de opleiding tot internist. Tijdens haar opleiding verrichtte zij onderzoek naar een vroege vorm van chronische lymfatische leukemie (monoclonale B-cel lymfocytose) onder leiding van Prof. Dr. D.H. Biesma in samenwerking met het huisartsenlaboratorium in Utrecht. In 2010 onderbrak ze haar opleiding om promotie onderzoek te verrichten op de afdeling hematologie in het AMC in de groep van Dr. A.P. Kater, Prof. Dr. E. Eldering en Prof. Dr. M.H. van Oers. Het onderzoek spitst zich vooral toe op het vinden van oorzaken van chemotherapie resistentie in chronische lymfatische leukemie. In 2014 zal zij de opleiding interne geneeskunde weer oppakken om vervolgens te starten met de specialisatie hematologie.

 

Onderzoek naar chemotherapie resistentie

Chronische lymfatische leukemie (CLL) is een veel voorkomende vorm van leukemie bij oudere mensen (de meeste patiënten zijn ouder dan 45 jaar). De ziekte kan zich heel verschillend manifesteren. Bij de één gedraagt de ziekte zich sluimerend zonder symptomen en is behandeling niet nodig, maar bij de ander uit de ziekte zich agressief en moet wél behandeld worden. Uiteindelijk zal ongeveer 60% van de CLL patiënten behandeling in de vorm van chemotherapie nodig hebben en meestal resulteert dit in tijdelijke afname van klachten en symptomen. Echter, op een gegeven moment zal de ziekte vrijwel bij iedereen weer de kop opsteken. Een nieuwe kuur van chemotherapie is dan noodzakelijk en zal ook meestal weer zorgen voor afname van klachten. Dit proces kan zo enkele keren herhaald worden, met telkens kortere ziektevrije tussenpozen. Op een zeker moment zal de ziekte niet meer reageren op chemotherapie; dit wordt resistentie genoemd.

 

Op dit moment is bij ongeveer 40% van de patiënten bekend waardoor de chemotherapie resistentie wordt veroorzaakt. Er is dan sprake van een foutje in het DNA (een zogenaamde “mutatie"). Deze mutaties komen voor in díe delen van het DNA die ervoor zorgen dat er processen op gang worden gebracht die noodzakelijk zijn voor het doodgaan van de cel door de chemotherapie. Belangrijke en bekende spelers in dit geheel zijn het celdood regulerende eiwit P53 en zijn “adviseur” eiwit ATM. Mutaties komen nu juist voor in P53 en in ATM. Het is belangrijk om te weten te komen wat de oorzaak van resistentie is, omdat dan ook het precieze werkingsmechanisme van resistentie onderzocht kan worden. Daardoor kunnen nieuwe medicijnen ontwikkeld worden die wel werkzaam zijn bij deze mutaties. Op dit moment komen er bijvoorbeeld steeds meer nieuwe effectievere medicijnen op de markt die wél werkzaam zijn bij mutaties in ATM en P53.

 

Bij de meerderheid van de patiënten is de oorzakelijke factor van resistentie (nog) niet bekend. Het onderzoek van Doreen te Raa richt zich op het ontrafelen van werkingsmechanismen van nieuwe mutaties die gevonden zijn bij CLL en die belangrijk blijken te zijn bij chemotherapie resistentie. Zo hebben Doreen en haar collega’s recent ontdekt dat ook mutaties in het eiwit SF3B1 zorgen voor resistentie. Belangrijker nog is dat zij aanwijzingen hebben dat dit eiwit nauw samenwerkt met ATM. Op deze manier geven zij inzicht in het werkingsmechanisme van het ontstaan van resistentie in een specifieke patiëntencategorie met een SF3B1 mutatie. Dit onderzoek is een belangrijke stap in de ontwikkeling van nieuwe gerichte en effectievere therapieën in deze specifieke patiëntengroep.

 


 

Het onderzoek naar chemotherapie resistentie van Doreen te Raa werd mede mogelijk gemaakt door giften van particulieren.

Wij informeren u graag over de manieren om ons wetenschappelijk onderzoek financieel te steunen ("uw hulp helpt levens te redden")

Elke bijdrage aan LYMMCARE is van harte welkom!