Alexander Leeksma
Alexander Leeksma heeft Geneeskunde gestudeerd aan de Universiteit Leiden. Tijdens zijn studie heeft hij een bovengemiddelde interesse ontwikkeld in het menselijke genoom en onderzoek. In zijn derde jaar heeft hij in Italië stage gelopen aan de Università di Milano Bicocca in een moleculair oncologisch laboratorium waar onderzoek wordt gedaan naar een bepaalde vorm van leukemie die inmiddels goed te behandelen is met ‘targeted therapy’. Hier is zijn passie voor DNA verder uitgegroeid.
Als Geneeskunde student heeft Alexander zijn wetenschapsstage gedaan op de afdeling Experimentele Immunologie. Tijdens deze stage heeft hij zich gestort op de effecten van een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij het op de juiste manier aflezen van het DNA. Dit eiwit, genaamd SF3B1, is vaak gemuteerd bij hematologische maligniteiten en is geassocieerd met een toegenomen hoeveelheid afwijkend RNA.
Dat deze stage erg goed is bevallen blijkt wel uit het feit dat hij nu promotieonderzoek doet in dezelfde groep. Hij wordt bij zijn PhD-project genaamd ‘Nieuwe mutaties en leukemie van functie naar gerichte behandelstrategieën’ begeleid door zijn copromotor Dr. Jeroen Guikema van de pathologie en zijn promotoren Prof. Dr. A.P. Kater en Prof. Dr. E. Eldering.
Nieuwe mutaties en leukemie: van functie naar gerichte behandelstrategieën
Recent zijn door middel van de nieuwste DNA analysetechnieken nieuwe mutaties ontdekt bij chronische leukemie (CLL) patiënten. De genen waarin de mutaties zijn aangetroffen hebben voor een deel bekende functies in algemeen cellulaire processen bij ontsteking, maar van een aantal is het effect onbekend. Belangrijk is dat de aanwezigheid van deze mutaties gekoppeld is aan een slechte prognose, om vooralsnog onbekende reden.
Eén van de onderzoeken waar Alexander zich mee bezig houdt is de zoektocht naar het effect van SF3B1 mutaties op het herstel van DNA schade en alternatieve splicing. SF3B1 is een gen dat belangrijk is voor het op de juiste manier aflezen van DNA. Mutaties in dit gen gaan gepaard met een slechte prognose bij de huidige behandelopties. Alexander heeft eerder als student in ons lab bevestigd dat deze mutatie gepaard gaat met afwijkende splicing in CLL en andere vormen van kanker waar deze mutatie veel wordt gevonden. Voor het aflezen van DNA wordt het eerst in enkelstrengs RNA en vervolgens in eiwit omgezet. In het geval van een SF3B1 mutatie is dit proces gestoord en ontstaan alternatieve stukken RNA. Inmiddels is door Alexander aangetoond dat in ieder geval een deel van die afwijkende stukken RNA wordt afgebroken door een recent ontdekt mechanisme. Dit mechanisme wordt de nonsense-mediated decay (NMD) genoemd. Alexander heeft dit werk uitgebreid en is verdergegaan met nieuwe informatie die bekend is geworden over afwijkende splicing. Hij bekijkt hoe deze afwijkende stukken RNA een verklaring kunnen geven voor de chemoresistentie die ontstaat bij de huidige behandeling voor CLL. Op dit moment is hij druk bezig met het inzetten van de nieuwe kennis over de afbraak van afwijkende stukken RNA voor een nieuwe behandeling tegen leukemie.
Daarnaast coördineert Alexander binnen het European Research Initiative on CLL (ERIC project) een een grote internationale studie die zal kijken naar het effect van een complex karyotype in CLL. Van een complex karyotype wordt gesproken als CLL cellen 3 of meer chromosomale afwijkingen hebben. Onlangs is bekend geworden dat die patiënten groep bij CLL een slechte prognose heeft vergelijkbaar met een p53 defect. Door samen te werken met verschillende internationale groepen binnen Europa wordt onderzocht hoe voor deze groep patiënten de behandeling kan worden verbeterd.