Nieuws

Een LYMMCARE publicatie toegelicht

Een artikel in Leukemia over het effect van veranderingen in het erfelijk materiaal van kankercellen bij chronische lymfatische leukemie (CLL)

Clonal diversity predicts adverse outcome in CLL

In juli 2018 verscheen in het tijdschrift “Leukemia” een artikel van o.a. LYMMCARE's Alexander Leeksma, over onderzoek naar het effect van veranderingen in het erfelijk materiaal van kankercellen bij chronische lymfatische leukemie (CLL).


Sinds het eind van de 20e eeuw is men bezig om de structuur van het menselijke DNA volledig op te helderen en alle menselijke genen te identificeren en te lokaliseren. De afgelopen jaren is niet alleen veel bekend geworden over het menselijk genoom, de erfelijke code van de mens, maar ook over afwijkingen in de erfelijke eigenschappen in kankercellen.

Cellen in het menselijk lichaam bevatten normaal gesproken 46 chromosomen. Een chromosoom is opgebouwd uit strengen DNA dat de drager is van de erfelijke eigenschappen. Op de chromosomen liggen ruim 20.000 verschillende genen opgeslagen; variërend van 60 tot meer dan 2000 genen per chromosoom. Een gen is een klein stukje DNA dat een specifieke erfelijke kenmerk bevat. De complete set genen noemt men het genoom.

Door nieuwe technieken is het mogelijk om gericht te kijken naar de wijzigingen (mutaties) in het genoom van kankercellen. In CLL zijn al verschillende mutaties gevonden.

 

In de internationale studie waaraan LYMMCARE heeft deelgenomen is eerst gekeken naar mutaties in 7 genen waarvan gedacht wordt dat ze een rol spelen in de ontwikkeling van CLL. De techniek die hiervoor is gebruikt is een methode waarbij ook lagere percentages van gemuteerde cellen kunnen worden opgepikt. Deze methode wordt ook wel ‘targeted next-generation sequencing’ (NGS) genoemd. Met deze techniek worden minder afwijkingen gemist en kan een preciezer percentage worden gegeven van het aantal cellen met een bepaalde afwijking. Met in totaal 643 onderzochte CLL patiënten in verschillende patiëntengroepen in Nederland, Duitsland en de Verenigde Staten is dit tot nu toe de grootste studie waarbij op deze manier naar deze 7 genen is gekeken in CLL patiënten.

 

De studie bevestigt dat het aantal en de frequentie van bepaalde mutaties hoger zijn in CLL patiënten die zijn behandeld met chemo(immuno)therapie. Vervolgens is een extra analyse gedaan op CLL cellen van 50 patiënten met een progressieve CLL en 17 patiënten met een niet progressieve CLL. In deze analyse is bij de patiënten gekeken naar 404 verschillende genen op meerdere tijdstippen vóór behandeling en ná behandeling. Hierbij zijn verschillende nieuwe mutaties gevonden in CLL. Verder kwam naar voren dat progressieve patiënten bij binnenkomst meer mutaties hebben en dat specifieke mutaties geassocieerd zijn met risico op progressie van de ziekte. De resultaten in dit onderzoek sluiten aan op de eerdere bevindingen en laten zien dat progressieve CLL patiënten vaak een complex landschap van mutaties hebben.

 

 


 

Clonal diversity predicts adverse outcome in chronic lymphocytic leukemia, Alexander C. Leeksma, et al (Leukemia, 23 July 2018)

Klik hier voor het artikel